zondag 17 juni De dag van de liefde en herinnering

Ilse Hogeweg, predikant, spreekt over liefde en herinnering; Workshop ‘herinnering aan de liefde’, door Pien Senders-Westerveld: maak een herinneringskistje over de liefde

Ilse Hogeweg: Over liefde en herinneren willen we nadenken. In het Hooglied, in de Bijbel staat: ‘sterk als de dood is de liefde’. Wij moeten het doen met de dood, waar ieder leven mee eindigt. Soms zo vroeg, zo vroeg. Liefde is oneindig hard nodig om daarna verder te kunnen gaan. De mooie minnares in Hooglied zegt niet: ‘Liefde is sterker dan de dood’, zij wéét dat het anders is. We laten haar aan het woord.

Joëlle Stapelkamp schreef 5 jaar geleden in De Ster over Ilse:
Vrouwelijke predikanten zijn stoffig en ouderwets. Dat is althans een veel gehoorde opvatting in de Nederlandse samenleving. Ilse Hogeweg (48), de nieuwe predikant van Protestants- Kralingen, bewijst het tegendeel. Gekleed in een strakke, paarse broek met een hip jasje erboven, lage stoere enkellaarsjes eronder en knal paarse nagellak op doet de net benoemde predikant de deur open. (…) Ilse studeerde Theologie in Utrecht en ging vervolgens naar Leiden om daar de kerkelijke opleiding te volgen. Ze wilde van jongs af aan al theologie studeren. Ze vond het iets geheimzinnigs hebben, dat mensen kracht vonden in God, in het geloof. Dat enthousiasme werd aangewakkerd door het enthousiasme van de predikanten in de kerk waar ze met haar ouders heen ging. ‘Ik had helemaal niet de ambitie om predikant te worden. Dat was voor een vrouw destijds ook helemaal niet gebruikelijk om dat te ambiëren. Als je mij destijds had verteld dat ik nu alweer achttien jaar predikant zou zijn, was ik waarschijnlijk in lachen uitgebarsten’, vertelt Ilse.

Draag mij als een zegel op je hart,
als een zegel op je arm.
Sterk als de dood is de liefde,
hard als het dodenrijk de hartstocht.

Aan het woord is een vrouw. Een vrouw uit de bijbel. In het wonderlijke boek Hooglied. De vrouw zegt het tegen haar geliefde, haar minnaar in elk geval, misschien haar man.
Met deze tekst eindigt elke joodse trouwdienst in de synagoge.
En in de christelijke traditie wordt deze tekst regelmatig gekozen in een trouwdienst.
Het is een tekst uit het bijbelboek Hooglied.

Hooglied is een allerwonderlijkst boek binnen de bijbel. Een verzameling prachtige liefdesliedjes. Het is liefdespoëzie. En een zo heel ander boek tussen die andere boeken. Het is vaak overgeslagen. Of juist opgezocht, onder saaie preken. Wat ben je toch mooi, wat ruik je toch heerlijk, je zoenen zijn zoeter dan honing… het zijn liefdesliedjes waarin liefde en verlangen in al je zintuigen meedoen. Kijken, ruiken, proeven… de twee geliefden zeggen de mooiste en liefste dingen tégen elkaar. En over elkaar. En soms zijn er nog andere stemmen, die iets zeggen. Een groep vriendinnen, die dit stel aanmoedigt – zoals dat nog steeds zo gaat – ‘Ja! Wat ziet hij er goed uit!! Verschillende  stemmen rondom een verliefd stel mensen.

Een verzameling liefdesliedjes, , waar de vonken vanaf slaan, is in de bijbel terechtgekomen. Bruiloftsliedjes zijn het waarschijnlijk – in het oude oosten duurde een bruiloft een week, dus je had de tijd… Hoe dat boek Hooglied in de bijbel terecht is gekomen, is fascinerend. Het boek kon alleen in de bijbel opgenomen worden door het symbolisch te lezen, als zou het gaan over de liefde tussen God en de gelovigen. Op die manier is het Hooglied tussen de andere bijbelboeken geaccepteerd, al hebben heel wat rabbijnen daar lang over geaarzeld en gepraat. Zo is het er tussen gekomen, dat Hooglied, het lied der liederen, al die liefde, al die lust is gelukkig ook in de bijbel terechtgekomen. De naam van het boek is Hooglied – maar eigenlijk het lied der liederen, Sjir ha Siriem. Het hoogste lied. Dat wonderlijke boek, daar valt nog veel meer fascinerends over te zeggen – hoe het gelezen is, al die gedachten over liefde en lust, over bruidsmystiek. Maar dat is allemaal teveel voor nu.

We gaan maar eens goed luisteren naar wat die mooie minnares zegt.
We weten dat ze mooi is… dat haar geliefde ziet hoe mooi ze is, met een stralende lach, en ogen als duiven, borsten als gazellekalfjes…een navel als een ronde kom… poëzie hè… (zelfs Willem…J)… liefdesliedjes van toen.
En ze zegt: sterk als de dood is de liefde.
Laten we het bij die ene zin maar houden.
Ze zegt niet: liefde is sterker dan de dood. Dat verstaan mensen vaak. En wij zeggen dat ook vaak, of we horen het in de liefdesliedjes van onze tijd. Maar ze zegt: sterk als de dood is de liefde.

Deze mooie vrouw is wijs en sterk. En misschien is het ook wel niet zo gek, dat als je heel veel van iemand houdt, dat je juist dan stilstaat bij de dood. Want juist als je zo gelukkig bent met degene die je gevonden hebt, dan is er ook de angst, om elkaar weer te verliezen. Dan is er ook de wetenschap dat elk mens kwetsbaar is, dat je elkaar ééns zult verliezen. Aan onze ontmoeting met een ander wordt altijd een grens gesteld. De grens van onze menselijkheid, de grens van beperkingen die ieder mens heeft, de grens van onze sterfelijkheid. Binnen die grenzen vinden mensen elkaar. Zonder die grenzen is echte ontmoeting niet mogelijk. De grenzen van ons leven en de grenzen van ons lichaam wijzen ons er op, hoe belangrijk vriendschap en liefde zijn. Als je geen grenzen in het leven kent, zijn vriendschap en liefde veel minder belangrijk. De Franse schrijfster Simone de Beauvoir heeft dit thema beschreven in haar boek ‘Niemand is onsterfelijk’. De hoofdpersoon in dit boek is een onsterfelijke man. Dat lijkt eerst mooi. Hij maakt van alles mee in de geschiedenis. Maar uiteindelijk zwerft hij doelloos en eenzaam door de wereld. Want hij komt niemand tegen, die zijn gelijke is. Hij kan zich aan niemand meer hechten, juist omdat hij niet doodgaat. Omdát ons leven en ons lichaam ons grenzen stellen, zijn wij in staat tot vriendschap, zijn wij in staat tot liefde. Tijd en begrenzing bepalen onze relaties. Hier en nu moet het gebeuren. Hier en nu moeten we ook kiezen: durven wij ons te geven? Ja, of nee? Kun je je inzetten voor die ander? Waarom wel, waarom niet? Wat kunnen wij de ander geven… passend geven, niet teveel niet te weinig, en wel zo dat de een en de ander tot hun recht komen, dat de relatie ‘klopt’. Dát is een levenslange zoektocht, in alle relaties die wij aangaan. Als geliefden, maar niet minder in families, in vriendschappen, in jouw buurt.

Sterk als de dood is de liefde.
Het zijn twee zulke enorme krachten in ons leven: de dood en de liefde, Thanatos en Eros. We weten, dat de uiterste grens van ons leven uiteindelijk de dood zal zijn. We hopen dat dat voor ieder van ons nog lang duurt. Maar in ons leven verliezen we mensen. Van tijd tot tijd wordt het ons pijnlijk duidelijk gemaakt dat die grens er is. Hoe ongelooflijk veel verdriet is er, van mensen in rouw om iemand van wie zij hielden. In onze tijd krijgen mensen maar zeer kort de tijd om te rouwen. Er bestaan wel allerlei schema’s van wat een rouwproces kan zijn… maar de werkelijkheid houdt zich daar meestal niet aan. Er bestaat een boekje over rouw waarvan alleen de titel al zo veel zegt: Een land waar je de weg niet kent. Carel ter Linden. Voor iedereen verloopt het anders. En heel onvoorspelbaar.  Rouw vraagt om trouw. Om aandacht. En om af en toe een belangstellende vraag.
Rouw vraagt om herinneren en gedenken.

Het is fijn, het doet goed, als er rituelen zijn, waardoor je de verbondenheid met wie je mist er weer mag zijn. Het is goed als er rituelen zijn, waardoor je weet dat je er anderen zijn, die jouw verdriet delen. Waar je hopelijk steun en troost in ervaart.
Herinneren en gedenken vragen wel om een gerichtheid op de toekomst.
Wij mogen verder met wat de mensen vóór ons, ons meegegeven hebben. Als wij hen herinneren, wat zij hebben gedaan, wat ze ons hebben geleerd, dan realiseren wij ons dat wij daarmee veel te geven hebben.

Liefdevol herinneren: dat is onszelf –en anderen – de ruimte geven om te rouwen. Met alles wat daarvoor nodig is. Dat vraagt tijd, energie. Dat vraagt om verdraagzaamheid, en contact houden. Liefdevol herinneren vraagt om gedeelde momenten. Om rituelen, om een dag en een tijd, om iets wat je met elkaar doet, om die ene mens te herinneren. Maar uiteindelijk wel naar de toekomst toe. Naar anderen toe. Verder gaan met wat gegeven is.
Liefdevol herinneren, ook dat is liefde geven binnen de tijd en de grenzen die er voor ons zijn.

Sterk als de dood is de liefde.
Ik hoop dat we door dit verhaal heen gewaar worden wat die mooie minnares daarmee zegt.
Liefde is zo sterk als de dood. Het zijn twee krachten, waarmee wij het moeten doen.
Waarmee wij het kunnen doen?
De dood begrenst de liefde. Dwingt ons om hier en nu te zijn, om hier en nu beslissingen te nemen, wat er kan en wat er niet kan.
En liefde geeft ons kracht om de dood onder ogen te zien. Om tegen de dood in te leven. Liefde geeft ons kracht om te herinneren. Om verder te gaan met wat onze geliefden ons meegegeven hebben. Wij doen het meest recht aan de mensen die er niet meer zijn, door hun erfenis te aanvaarden. Die ons eigen te maken. En daar weer iets mee te doen voor wie er na ons weer verder gaan.
Zo gaan wij allemaal mee, in die golfbeweging van liefde en dood. Soms kun je kiezen. Soms ook niet. Maar als je kunt kiezen, hier en nu, kies dan voor de liefde.
Er is een spreekwoord: de kunst van het sterven is de kunst om te leven.
Misschien kun je beter zeggen: de kunst van het liefhebben.
De mooie minnares…? Ik geef haar gelijk…

Ilse Hogeweg in Ruimte in Beweging bij –love is all in Schiedam-, 17 juni 2018

Over Pien Senders Westerveld:
Zo’n 10 jaar geleden begon beeldend kunstenaar / kunstzinnig dynamisch coach (1979) met het maken van herinnerkastjes. Juist door een voorwerp, foto, stukje stof dat al een leven achter de rug heeft, in een nieuwe compositie te verwerken, komt er een nieuwe vorm van verbeelding en koestering naar voren. Uit eigen levenservaringen maakt zij haar creaties vanuit liefde en intuïtie. Dierbaren die we graag willen blijven herinneren of momenten die belangrijk zijn. Regelmatig vindt Pien dingen terug die van mensen geweest zijn waar ze een band mee heeft gehad. Of ze vindt toevallig iets wat haar om bijzondere reden raakt en ze vraagt zich af van wie het geweest is en wat voor betekenis het voor iemand heeft gehad.

Pien Senders Westerveld:
Een zelfgemaakt huis- of reisaltaar is een fijn, symbolisch object om even letterlijk ergens bij ‘stil’ te staan. Je kunt er een kaarsje bij branden, een wens doen, aan iemand denken, je verdriet ontladen of je blijdschap, of er gewoon even bij gaan zitten om stil te worden en je eigen hart te voelen.

Pien Senders-Westerveld, workshop ‘herinnering aan de liefde, een herinneringskistje over de liefde maken’